Het kerkhof aan het meer (J.C. Bloem)

Jacques Bloem, rond 1932.

Een klein, rond perk, met weinige witte stenen;
Hier zijgt de tijd, een vege zwaan, terneer.
Erachter dampt, door grijze zon beschenen,
Een gelukzalig lentemeer.

Daar rusten, na het enkelvuldig leven
Van eeuwoud werk in weide en stal en schuit,
De eertijds ontslapenen in deze dreven
Van hun gelijke daden uit.

En als de voorjaarswind de lege kruinen
Doet beven van de’ onheuchelijken nood
Tot bloeien boven woekerende puinen,
Suizelt de onsterfelijke dood.

J.C. Bloem: Verzamelde gedichten.
Amsterdam 1981, p. 140.
Foto: Literatuurmuseum

◄║►

Hoe Wolk god werd (Esther Jansma)

Juana ligt op haar rug op de aarde
en roept: ‘Wolk, broertje, waarom zeg je niets?
Je hebt een gezicht en handen, net als ik!’

Loopvogel Juana loopt en praat tegelijk,
met haar hoofd achterover, kleine
handen, harde bruine voeten.

‘Broeder Wolk,’ zegt ze, ‘deze doek
beschilderd met dromen, de grond,
glijdt onder je weg als een wolk
omdat je geen voeten hebt.’

Ze zoekt schelpen en bloemen, houdt ze omhoog.
Ze geeft haar verdriet schelpen en bloemen te eten.
‘God,’ zegt ze.

Bron:
Jansma, Esther: Altijd vandaag (verzamelde gedichten).
Amsterdam 2006, p. 144

◄║►

Ik sla een hoek om (Faverey)

Foto van hans faverey

Ik sla een hoek om.
Zo bijt een beitel.

Ik tref een hand aan.
Zo verschrompelt een roos.

Ik leer jagen op liefde.
Zo hijgt een zaag

en ik zie de zee.
Zo word ik oud.

Houd ik mijn hart vast?
Denk ik aan wierook?

Zo huivert een hamer,
kantelt een stad.

Hans Faverey: Verzamelde gedichten.
Amsterdam 1993, p. 221.
Foto: De Bezige Bij

◄║►

Heldere blik (Hanshan)

Kwebbelen over eten vult geen maag,
zeuren over kleding verdrijft de kou niet.
Voor een volle buik moet je bij voedsel zijn,
de winter blijft op afstand met een jas.

Maar in verwarring pieker je over van alles
en zegt steeds: “De boeddha zoeken is te moeilijk!”
Keer je geest om – waar anders huist de boeddha?
Laat je ogen geen rondjes draaien daarbuiten.

Bron: Vertalingen / Hanshan

◄║►

Uitvaart, in mijn Brein (Dickinson)

Een mooie ode van Emily Dickinson aan bewustwording en ontwaken temidden van omgevingsruis.
Bron: Emily Dickinson: Gedichten I. Amsterdam 2005, p. 176 – 177 (Engels en Nederlands; vertaling: Peter Verstegen).

I felt a Funeral, in my Brain,
And Mourners, to and fro –
Kept treading – treading – till it seemed
That Sense was breaking through –

And when they all were seated,
A Service, like a Drum –
Kept beating – beating – till I thought
My mind was going numb –

And then I heard them lift a Box
And creak across my Soul
With those same Boots of Lead, again,
Then Space – began to toll,

As all the Heavens were a Bell,
And Being, but an Ear,
And I, and Silence, some strange Race
Wrecked, solitary, here

And then a Plank, in Reason, broke,
And I dropped down, and down –
And hit a World, at every plunge,
And Finished knowing – then

naar Vertaling

Ik voelde een Uitvaart, in mijn Brein,
Een Rouwstoet, af en aan –
Bleef stappen – stappen – tot het leek
Of er Begrip verscheen –

Toen ieder was gezeten,
Een Rouwdienst, als een Trom –
Roffel na Roffel – tot ik dacht
Dit slaat mijn denken lam –

En toen, hoorde ik, hief men een Kist –
Het knerpte in mijn Ziel
Van weer die Loden Laarzen – en
De Ruimte galmde – hol,

Alsof de Hemel Kerkklok was,
En Zijn was, enkel Oor,
En Ik, en Stilte, een vreemd Ras
Eenzaam, te gronde, hier –

En toen bezweek, Rede’s Plankier,
En ik viel neer, en neer –
En raakte steeds weer Werelden,
En toen – drong ’t tot mij door



Alternatieve vertaling [Gedel] laatste couplet:

En in mijn Geest brak toen een Plank,
En ik bezweek, en viel steeds weer –
En raakte Werelden smak na smak,
En begreep voorgoed – dit keer

naar Origineel

◄║►

Het wezenlijke is leegte (Rumi)

Het wezenlijke is leegte
al het andere
willekeur

leegte maakt liefde vredig
al het andere
ongemak

op deze plek van illusie
is leegte
wat jouw hart verlangt.

Bron: Barks, C. en Green, M.:
The Illuminated Rumi. New York 1997
Audio: opname uit 2014

Meer van Rumi:
Vertalingen / Rumi

◄║►

Advies bij een afscheid (Milarepa)

milarepa
Milarepa, één en al oor.

Eigendom en bezit zijn als de ochtenddauw;
stel ze onbeperkt beschikbaar,
zonder de geringste gierigheid.

Kostbaar is een lichaam dat kan oefenen;
houd je aan de voorschriften,
als behoedde je je eigen ogen.

Boosheid leidt ons naar een laag bestaan;
verlies dus nooit je gemoedsrust,
al kost het je je leven.

Laksheid brengt nooit verwerkelijking;
doe daarom oprecht je best
en laat diepe toewijding heersen.

Afleiding houdt de grote wet verborgen;
vestig je dus geconcentreerd
in onafgebroken oefening.

Boeddhaschap vindt men niet buiten;
wees je daarom innerlijk gewaar
van pure geesteswerking.

Wankel vertrouwen doemt als een mistbank;
als het geloof dreigt weg te ebben,
verbind je dan des te bewuster met kracht.

Bron: Vertalingen
Afbeelding: Etsy

◄║►