Een mooie ode van Emily Dickinson aan bewustwording en ontwaken temidden van omgevingsruis.
Bron: Emily Dickinson: Gedichten I. Amsterdam 2005, p. 176 – 177 (Engels en Nederlands; vertaling: Peter Verstegen).
I felt a Funeral, in my Brain,
And Mourners, to and fro –
Kept treading – treading – till it seemed
That Sense was breaking through –
And when they all were seated,
A Service, like a Drum –
Kept beating – beating – till I thought
My mind was going numb –
And then I heard them lift a Box
And creak across my Soul
With those same Boots of Lead, again,
Then Space – began to toll,
As all the Heavens were a Bell,
And Being, but an Ear,
And I, and Silence, some strange Race
Wrecked, solitary, here
And then a Plank, in Reason, broke,
And I dropped down, and down –
And hit a World, at every plunge,
And Finished knowing – then
Ik voelde een Uitvaart, in mijn Brein,
Een Rouwstoet, af en aan –
Bleef stappen – stappen – tot het leek
Of er Begrip verscheen –
Toen ieder was gezeten,
Een Rouwdienst, als een Trom –
Roffel na Roffel – tot ik dacht
Dit slaat mijn denken lam –
En toen, hoorde ik, hief men een Kist –
Het knerpte in mijn Ziel
Van weer die Loden Laarzen – en
De Ruimte galmde – hol,
Alsof de Hemel Kerkklok was,
En Zijn was, enkel Oor,
En Ik, en Stilte, een vreemd Ras
Eenzaam, te gronde, hier –
En toen bezweek, Rede’s Plankier,
En ik viel neer, en neer –
En raakte steeds weer Werelden,
En toen – drong ’t tot mij door
Alternatieve vertaling [Gedel] laatste couplet:
En in mijn Geest brak toen een Plank,
En ik bezweek, en viel steeds weer –
En raakte Werelden smak na smak,
En begreep voorgoed – dit keer
◄║►