OEFENLIED
Luister naar de zes verschijnselen van oefening
zijn er obstakels, ontbreekt er de ruimte
zijn er getallen, zoek sterren vergeefs
schudt en beweegt het dan zal het geen berg zijn
groeien en krimpen zal nooit oceaan
neem je een brug dan zul je niet zwemmen
wat je ook raakt, geen regenboog
Luister naar de zes misdragingen van oefening
oordeel belemmert, snoert alle begrijpen
luiheid en onrust brengt nergens besef
aanvaard en verwerp maar wilskracht is sterker
wie almaar denkt die oefent vergeefs
oost en west onbruikbaar voor wijsheid
geboorte en dood overwint boeddha’s geest
Luister naar de zes keteningen van oefening
hellebewoners in woede gevangen
behoeftige geesten in honger gevangen
onrustige dieren in blindheid gevangen
menselijk leven in wellust gevangen
vechtende wezens in afgunst gevangen
hemelse goden in hoogmoed gevangen
Luister naar de zes ontknopingen van oefening
groot vertrouwen verwelkomt bevrijding
waakzame leraar belichaamt bevrijding
stille beheersing sterkt in bevrijding
anoniem leven vestigt bevrijding
volledige inzet opent bevrijding
zitten in eenvoud versmelt met bevrijding
Luister naar de zes helderheden van oefening
hartsbewustzijn is sfeer van herkomst
binnen noch buiten sfeer van gewaarzijn
licht noch donker sfeer van inzicht
alom doordringend sfeer van echtheid
scheiding noch overgang sfeer van kracht
nooit verbroken sfeer van beleving
Luister naar de zes zegeningen van oefening
zalig vertoeven waar warmte gewekt wordt
toegang vindt wind tot het kernkanaal
geest van verlichting dalend van boven
bodem biedt serum van zuiveringsdrang
links en rechts centraal zich vermengen
dit levend lichaam zegen verspreidt
Zing zo deze deun ter ere van oefening
Bron: The six essences of meditative experience
(Chang, Garma C.C.:
The hundred thousand songs of Milarepa.
Boston 1999, p. 30).
◄║►
VISIE EN PRAKTIJK
Visie is de wijsheid van de leegte.
Oefening is de verlichting uit onthecht zijn.
Actie is het eindeloze spel zonder voorkeur.
Vrucht is de grote, smetteloze naaktheid.
Inzake de Visie van leegte-wijsheid
loop je gevaar er niet aan toe te komen
vanwege woorden en gedachten.
Zolang absoluut weten niet innerlijk verworven is
zullen louter woorden je nooit bevrijden van ego-gezag.
Richt je dus op waarachtig inzicht.
Inzake de Oefening van verlichting uit onthecht zijn
loop je gevaar er niet aan toe te komen
door je slechts vast te bijten in concentratie.
Zolang wijsheid geen innerlijke helderheid schenkt
zal enkel stabiele, diepe concentratie je niet bevrijden.
Richt je dus op gewaarzijn.
Inzake de eindeloze Actie zonder voorkeur
loop je gevaar er niet aan toe te komen
door in te gaan op ijdele praat.
Zolang alle verschijnselen je meditatie niet versterken
zullen rituelen verkapte wereldlijke verlangens zijn.
Richt je dus op zuiverheid en onthechting.
Inzake de grote, smetteloze naaktheid
loop je gevaar er niet aan toe te komen
door toedoen van je denken.
Zolang blindheid niet van binnenuit gereinigd is
zal grote inspanning slechts kleine Vrucht opleveren.
Richt je dus op het oplossen van blindheid.
Bron: Chang, Garma C.C.:
The hundred thousand songs of Milarepa.
Boston 1999, p. 454
◄║►
AFSCHEIDSADVIES
Eigendom en bezit zijn als de ochtenddauw;
stel ze onbeperkt beschikbaar,
zonder de geringste gierigheid.
Kostbaar is een lichaam dat kan oefenen;
houd je aan de voorschriften,
als behoedde je je eigen ogen.
Boosheid leidt ons naar een laag bestaan;
verlies dus nooit je gemoedsrust,
al kost het je je leven.
Laksheid brengt nooit verwerkelijking;
doe daarom oprecht je best
en laat diepe toewijding heersen.
Afleiding houdt de grote wet verborgen;
vestig je dus geconcentreerd
in onafgebroken oefening.
Boeddhaschap vindt men niet buiten;
wees je daarom innerlijk gewaar
van pure geesteswerking.
Wankel vertrouwen doemt als een mistbank;
als het geloof dreigt weg te ebben,
verbind je dan des te bewuster met kracht.
Bron: Chang, Garma C.C.:
The hundred thousand songs of Milarepa.
Boston 1999, p. 626-627
◄║►
GERUSTSTELLINGEN BIJ HET STERVEN
Het grote Vrij Zijn van Uitersten
is als een machtige leeuw
die op zijn Gemak in de sneeuw ligt
en Onbevreesd zijn tanden toont.
Deze visie schenkt mij, de yogi, vertrouwen.
De dood leidt naar het bevrijdingspad!
De dood brengt vreugde voor wie deze Visie kent!
De hertebok, kalm en onzelfzuchtig,
draagt veelpuntige hoorns van de Ene Soort;
hij slaapt heel gerieflijk
op de vlakte van Zalig Licht.
Dit oefenen schenkt mij, de yogi, vertrouwen.
De dood leidt naar het bevrijdingspad!
De dood brengt vreugde voor wie zo Oefent!
De vis van de Tien Vervolmakingen
rolt voortdurend met zijn gouden ogen
terwijl hij zwemt in de rivier
van Eindeloos Beleven.
Dit handelen schenkt mij, de yogi, vertrouwen.
De dood leidt naar het bevrijdingspad!
De dood brengt vreugde voor wie zo Handelt!
De tijgerin van Zelfverwerkelijking
is getooid met rijke strepen;
zij, de pracht van Moeiteloos Mededogen,
slentert onverstoorbaar door de wouden.
Deze discipline schenkt mij, de yogi, vertrouwen.
De dood leidt naar het bevrijdingspad!
De dood brengt vreugde voor wie Discipline kent!
Het papier van Voor- en Nadeelvormen
beschreef ik met de gewaarzijnsgeest;
in de staat van Non-dualisme
kijk ik nu en bespiegel.
Deze Dharma schenkt mij, de yogi, vertrouwen.
De dood leidt naar het bevrijdingspad!
De dood brengt vreugde voor wie Dharma kent!
De zuivere werking van de Krachtstroom
is als een rijzige adelaar die gedragen
door de vleugels van Kunde en Wijsheid
koerst naar het vorstendom van Leegte.
Deze verwerkelijking schenkt mij, de yogi, vertrouwen.
De dood leidt naar het bevrijdingspad!
De dood brengt vreugde voor de Verwerkelijkte mens!
Bron: Chang, Garma C.C.:
The hundred thousand songs of Milarepa.
Boston 1999, p. 607
◄║►
PUUR
Als je je omkeert en je kijkt in je lichaam,
mediteer dan zonder te verlangen naar genot.
Als je je omkeert en je kijkt in je mond,
mediteer geruisloos en beleef de rust en ruimte.
Als je je omkeert en je kijkt in je geest,
mediteer dan zonder te verdwalen in gedachten.
Houd je lichaam, mond en geest vrij van hechting
en werk met oefenen zonder oefenen.
Bron: Chang, Garma C.C.:
The hundred thousand songs of Milarepa.
Boston 1999, p. 560
◄║►