1
Stofgoud kristallicht
het vlees
gedraagt zich niet
wij zijn kracht
die verdiend werd
straf die nooit komt
nabijere liefde
zich ons schenkend
uit zicht.
◄║►
2
Op klank
de stem komt
van verre
een gast
voor het hart
is het oor
in vezelomgeving
daalt rust
rond het weklied.
◄║►
3
Deze vriend die
jou jaagt wil lang
ons heugen
stil draag je
het warme zegel
van zijn handdruk
steeds weidser
de glimlach waarmee
hij jou bewandelt.
◄║►
4
Vreemde beleving
zonder centrum of omtrek
naadloos en randvrij
in werkzame bloei
houdt leven ruimhartig
mij erop na
nergens wordt vrucht
niets geeft geplukt
iets vorm.
◄║►
5
In ons slaat stuk
het gemaal
van verworvenheid
steeds sneller
weet oorsprong zich
werkzaam
luchtig
dwarrelt behuizing
uit beeld.
◄║►
6
Fijnstof die ons
ademzingt
door mergcement
en eeuwig liefdevol
opent ooit elk
eigenwijs sluitsel
laat stervormig reiken
tot in alle universa
dit momentane wrak.
◄║►
7
Een spoorloze wiekslag
golft onvermoeibaar
door elk verschijnsel
beleefde warboel
zoekt steeds verlorener
naar oude kreten
uit veerdons glinstert
ademdiep
een diamanten oog.
◄║►