Buitenstaanders

ZAKENMAN

Schor zijn gulle lach
verankerd in de verkoop

is hij geslaagd
zijn grap vooruit.

◄║►

VADER

Als uit een oud geborgen boek
lees ik het stille

leven dat jij nu bent blauwogige
cocon.

◄║►

BEJAARDE

De grijsaard zong ooit ik
ben ook jong geweest

nu lacht hij in zijn vuistje
en juicht bij elke rake stap.

◄║►

SCHRIJVER

Schuw
zijn stenen huis

hangt openbaar hij zich
te drogen.

◄║►

STERVENDE

Als enige ziet hij af
van golven

de wadende karavaan
laat hem een blaffende hond.

◄║►

RIDDER

Weerbaar van kledij tot
knook zich wanend

graait bij gevaar hij
vergeefs om teugel.

◄║►