Jij eeuwigheidsoog ziet
en zag me nooit vergeefs
moeiteloos vernam jij van
mijn existentieel gestommel
terwijl jouw glans zich verjongt
op bevreugdende afroep tot
steun te zijn ieder mens
grondig behoed en bemoedigd
of berooid en verslagen zoals
ik nietig restje waardigheid
onlangs zonk op het wit fluweel
van een archaïsche vulkaanvloer
waar boeddha’s kolken en
in rauw beleven bevrijdend
lichaam op lichaam niemand
ontzien, beseffend
de werkelijkheidsbries die berispt
jonge pelgrims om hun falende
toegang en de loze weelde
van prematuur gedroom
bleek ook ik zo’n dolende vlok
zoon van mythisch sliertenvolk
gelokt door etherische geuren
van echtheid – ons allen toch
beweegt hardnekkig schurend
eelt van misvatting en onmacht
omdat uit grondiger opdracht jij
oog, weigert vliesloos te opereren
leid op zijn minst in kosmisch welkom
ons alvast door je toetsingstraject
met zijn kansrijke toevlucht
en eindeloos veeleisender visie
opdat ooit jouw vredige hartstocht
blijvend geneest het geestbezwendelend
wondvlees en nooit immenser zich
welk mens dan ook waardeert.
Uit de reeks: oersteen/barstens
◄║►